De gevolgen van trauma worden niet geheeld door praattherapie (alleen). Ons fysiek organisme reageert instinctief en automatisch op wat in de omgeving gebeurt. Dat gebeurt via het autonoom zenuwstelsel. Het woord ‘autonoom’ wijst erop dat dit ‘uit zichzelf’ gebeurt. Het is geen bewuste keuze van onze wil. Autonoom komt van het Grieks autonomos, een samentrekking van ‘autos i.e. zelf ‘en ‘nomos i.e. wet.’ Autonoom betekent ‘wat zijn eigen wetten volgt’.
Het lichaam reageert op meerdere niveaus op bedreiging. De primaire reactie die de rest van de reacties inleidt is een emotionele reactie zoals boosheid en angst d.w.z. een vecht- of vluchtreactie. Emoties hebben impliciete gedragsprogramma’s zoals vluchten of ineenkrimpen bij angst of om je heen slaan bij boosheid. Die gedragsprogramma’s worden altijd geactiveerd maar worden in veel gevallen niet uitgevoerd. Wij hebben bijvoorbeeld door sociale conditionering geleerd om niet meteen te schreeuwen of te schoppen als we boos zijn. Maar die energie is er wel en die wordt dus systematisch onderdrukt. Als je vaak boosheid onderdrukt zal er misschien een punt komen dat je toch gaat schreeuwen tegen iemand. Herkenbaar?
In onze baby- en kleutertijd kunnen wij ook typisch niet vechten of vluchten en dus wordt de energie van de emoties en hun gedragsprogramma’s wel opgewekt maar niet uitgevoerd. Een baby kan wel de emotie tonen maar niet de actie die erbij hoort. De meest uitgevoerde verdediging van een baby is om zichzelf in slaap te huilen. Dat is deel van de bevriesreflex waarbij lichaamseigen opioïden worden afgescheiden door de hersenen.
Telkens wanneer we een emotie niet kunnen uiten en/of een reeks acties niet kunnen uitvoeren wordt deze energie onderdrukt en opgeslagen in het fysieke lichaam. Bij complex trauma gebeurt dat cumulatief als een reeks kleinere reacties op terugkerende gebeurtenissen’ bij shock trauma gebeurt dat in 1 keer en is de reactie heftiger.
Trauma heling kan dus niet zonder met het lichaam te werken.
Trauma heling dient het autonome zenuwstelsel te helen
Er gebeurt bij trauma een ontregeling van het autonome zenuwstelsel en dus ook in het parallele stelsel, het hormonale stelsel (emoties hebben ook een chemische kant – hormonen en neurotransmitters).
Trauma heling dient dus het autonome zenuwstelsel te helen en dat kan niet zonder de onderdrukte energie van de emoties en de niet uitgevoerde acties los te laten. De onderdrukte acties zoals vecht- en vluchtreacties zitten in het lijf als ‘procedureel geheugen’. Dat is het soort geheugen dat we ook gebruiken wanneer we leren spreken, leren lopen, leren fietsen. Het is geheugen dat op celniveau bestaat. Hoe meer de emoties onderdrukt zijn, hoe meer ook het procedurele geheugen onderdrukt is.
Trauma’s uit de kindertijd tonen zich later in het lijf als een hele diepe spanning waar je niet zo gemakkelijk bij kan komen. Veel mensen weten niet eens dat ze constant gespannen zijn. Deze spanning kan bijvoorbeeld voor slapeloosheid zorgen maar ook voor andere chronische problemen zoals een verstoorde spijsvertering. Dergelijke structurele spanning uit de vroege kindertijd bepaalt ook mee onze lichaamshouding later in het leven zoals bijvoorbeeld opgetrokken schouders of onrustige benen of een onbalans tussen links en rechts. Maar ze kan zich ook uiten als bijvoorbeeld sociale teruggetrokkenheid of hartritmestoornissen.
Typische zeer diep weggestopte emoties uit de kindertijd zijn woede en toxische schaamte. Dat laatste is een gevoel dat er iets met je scheelt, een gevoel van niet goed genoeg zijn. Dat hoort bij niet vervulde kindbehoeften.
Interoceptie als eerste vaardigheid voor trauma heling
De eerste vaardigheid die we dienen te leren om trauma te helen is interoceptie d.w.z. het oppakken van feedback van het lichaam naar de hersenen. Dat is bijvoorbeeld hoe we weten dat we honger hebben of dat we moeten plassen. Kinderen met verstoorde interoceptie kunnen bijvoorbeeld lijden aan bedplassen. Er zijn ook veel mensen die hun dorstreflex kwijt zijn.
Naast de interoceptie kan ook de proprioceptie verstoord zijn door trauma. Wij hebben receptoren in onze spieren die ons laten weten waar het lichaam zich bevindt. Door proprioceptie weet je dat je je voet optilt bijvoorbeeld. Verstoorde proprioceptie zorgt er bijvoorbeeld voor dat je gemakkelijk struikelt of tegen dingen aanloopt later in het leven. Veel onderdrukte boosheid kan typisch de proprioceptie verstoren. Mensen met veel onderdrukte boosheid hebben vaak meer botbreuken. Ze hebben ook vaak gewrichtsproblemen of rugpijn.
Laat niet je trauma’s, maar je heling bepalen wie je bent.
Ik wens je een leven toe vol gezondheid, geluk en FLOW!
Harte groet,
Jan Bommerez