Lang geleden was er een oude boer. Hij woonde op zijn boerderij met zijn vrouw en zoon.
Op een dag dwaalde een prachtige wilde hengst door een open poort en begon het groene gras op het land van de boer te eten.
De boer liep behoedzaam naar hem toe en sloot de poort.
Nadat de buurman van de boer had gezien wat er was gebeurd, liep hij erheen en feliciteerde hij de boer met zijn meevaller.
‘Wauw, je hebt veel geluk! Je hebt nu dit prachtige paard. ‘
De boer draaide zich om en zei: ‘Misschien.’
Er ging een dag voorbij en de hengst sprong over het hek en vluchtte weg.
De buurman van de boer die dit zag, rende naar hem toe om hem te troosten wegens zijn grote pech.
‘O god, dat is vreselijk nieuws, dit prachtige paard is weggelopen. Wat een zure ervaring. ‘
De boer zei eenvoudig: ‘Misschien.’
Er gingen een paar dagen voorbij en dezelfde hengst kwam terug met een hele bende wilde paarden.
Het paard was vertrokken om zijn familie op te halen en terug te brengen naar de weide van de boer.
De vijf paarden graasden toen de buurman van de boer, buiten verbazing, naar hem toekwam.
De buurman zei: ‘Je bent vast de gelukkigste man ter wereld. Dit is ongelofelijk!”
De boer antwoordde: ‘Misschien.’
Op een dag reed de enige zoon van de boer op een van de wilde paarden toen het paard plots remde en de zoon van zich af gooide waardoor hij zijn been brak.
De buurvrouw, die het hele incident had gezien, kwam langs en jammerde over de pech van de boer.
‘Dit is je enige zoon en zijn been is nu gebroken. Hoe krijg je nu al je werk nog gedaan? Het is vreselijk hoe jouw geluk omdraaide tot ongeluk.’
De boer antwoordde kalm: ‘Misschien.’
Er ging een week voorbij en toen trokken de rekruteurs van de keizer van dorp naar dorp om jonge mannen op te eisen voor de oorlog die aan het woeden was.
De militaire rekruteurs kwamen dus ook naar het huis van de boer en toen ze zijn zoon met het gebroken been zagen, zeiden ze dat hij niet in de oorlog moest dienen.
Toen de buurman zag dat de boerenzoon gespaard bleef van dienst in de oorlog, riep hij uit: ‘Je hebt zoveel geluk! Wat een geluk! ‘
De boer glimlachte en zei kalm: ‘Misschien.’
Vervolgens zei hij: ‘Of iets nu een vloek of een zegen is, alleen de tijd zal leren, tot die tijd kalm en onpartijdig blijven.
‘Dit oude verhaal doordringt ons met het inzicht dat wat vandaag pijn doet, heel goed morgen een zegen kan zijn. Let dus op wat je voelt terwijl je door je dagen wandelt. Merk op wat in je leven stress of conflict veroorzaakt. Wat je nu pijn doet kan later een vermomde zegen blijken te zijn. Als we de mogelijke zegen in elke vloek kunnen zien, kunnen we met de golven van tegenspoed meebewegen en vreugde vinden in het niet-weten. Dus de volgende keer dat er iets mis lijkt te gaan, lach dan en zeg ‘Misschien. Alleen de tijd zal het leren’.
Hartegroet,
Jan Bommerez